Westerbork is een esdorp in de gemeente Midden-Drenthe (tot 1998 Westerbork, tot 2000 Middenveld).
Gelegen tussen Beilen (westen) en Schoonoord (oosten), in provinciale zin het zwaartepunt in de driehoek Assen (noordwesten), Emmen (zuidoosten) en Hoogeveen (zuidwesten).
Hoofdplaats van de voormalige gemeente met 4740 inwoners (2018).
Ten noordoosten van de oude kern en ten oosten van de nieuwbouw ligt de Westerborker-esch.
Ten noorden van het dorp lopen de Westerborkerstroom en het Oranjekanaal.
Ca. 12 km ten noorden van Westerbork ligt, te Hooghalen, het voormalige Kamp Westerbork, thans Herinneringscentrum, van waaruit meer dan 100.000 mensen in de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd zijn naar vernietigingskampen.
Deels op het terrein van het voormalige kamp bevinden zich veertien radiotelescopen, die samen de Westerbork Synthese Radio Telescoop vormen.
Bronnen vermelden: Burch (1206), Borck (1283), in Borc (1335), in Borke (1359), Bork (1377) en Westerbork (1577). De naam is samengesteld uit Wester en bork; dat laatste betekent a) burcht of b) berk, bark, bork = boom, boomschors (om leer te looien).
Het dorp heeft in Eursinge, Bruntinge en Mantinge satellietnederzettingen.
In 1206 bezat de hoofdplaats een kapel, die in 1283 tot kerk werd gepromoveerd.
De hof van Westerbork behoorde aan het klooster van Ruinen.
In de 15e eeuw nam hier echter het aantal goederen van het klooster te Assen toe.
In het dorp fungeerden monniken van Dikninge als pastoor, omdat de kerk een zgn. eigenkerk van dit klooster was.
De hervormde kerk, oospronkelijk gewijd aan Sint-Stephanus, is een laatgotische kerk met een rechthoekig schip en een gesloten driezijdig koor.
Schip en koor kwamen waarschijnlijk begin 15e eeuw tot stand.
De onderste helft van de ongelede toren is waarschijnlijk 14e-eeuws; de verhoging - in een kleiner formaat baksteen - dateert wellicht uit 1778.
In de toren hangen drie luidklokken: een uit de 13e-14e eeuw, een uit 1727, gegoten door Jan Albert de Grave, en een uit 1956.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog (in 1607 en 1624) heeft de kerk dienst gedaan als legerplaats voor soldaten; hierbij ging veel van het interieur verloren.
Tot het interieur behoren een avondmaalstafel uit de tweede helft van de 17e eeuw, een smeedijzeren doopbekerhouder met messing bekken (idem).
De zeskante houten preekstoel en de koperen lichtarm dateren van 1778.
De koperen kroonluchter werd vervaardigd in 1783 en aan de kerk geschonken door Albert Nysingh.
Aan de oostzijde van de kerk bevindt zich de grafkelder van de Nysinghs, een geslacht dat Westerbork vele schultes leverde.
Het orgel werd waarschijnlijk in 1726 door Christiaan Müller en Johann Michael Schwartsburg gebouwd voor de kerk van Beetgum; in 1862 werd het door P. van Oeckelen verbouwd en in de kerk van Westerbork geplaatst.
In de kerk hangen twee schilderijen van Reinhart Dozy, 'Kerkuitgang' en 'Te laat'.
Bij de synode van Rolde in 1601 werd Westerbork (Beilerdingspil) ingedeeld bij de Westerclassis, bij de synode van Assen in 1602 bij de classis Rolde. Tijdens deze synode werden ook de activiteiten van de 'olde paep van Westerbork' behandeld. Tijdens de synode van Beilen in 1609 kwam Westerbork echter onder de classis Emmen te vallen. Het collatierecht berustte bij het College van Drost en gedeputeerden; na 1815 betrof het hier een koninklijke collatie.
In 1838 kreeg Westerbork een gemeente van afgescheidenen; deze werd in 1842 erkend.
Tot WO II werd het dorp langzaam uitgebreid en werd de bestaande bebouwing enigszins verdicht.
De oudste woningen staan aan Hoofdstraat, Zandhoeklaan en het Oosteinde.
Aan het Oosteinde staat nog een tot woonhuis verbouwde molenstomp.
Na de oorlog werd de Bomenbuurt gebouwd, terwijl vanaf de jaren 1970 vele nieuwbouwwijken verrezen, zoals De Borkerhout, De Kruumten, Langbos, Marsdiek en Hooimaveld.
Westerbork bezit de Museumherberg en -boerderij 'In de Ar', met o.a. een Drentse stijlkamer, kruidenierswinkel, herenkapperszaak, kinderspeelgoed en attributen van een kaasmakerij.
Een tweede museum, het Museum voor Knipkunst, is gevestigd in het voormalige gemeentehuis (Cloenstee), in 1927 gebouwd door J. Boelens in traditionalistische vormen.
Bezienswaardig zijn verder enkele 19e-eeuwse boerderijen, het beeld 'De Wijkverpleegster' (B. Kiewiet, 1992; een geschenk van het Groene Kruis aan de inwoners van de voormalige gemeente Westerbork), een zwarte vlag in brons van Armando en de in steen gehouwen afbeelding 'Du ciel la liberté', een monument ter gedachtenis aan gevallen Franse para's, zie: Amherst.
Bron: www.geheugenvandrenthe.nl/westerbork
Het wapen van Westerbork
Het wapen van Westerbork bestaat uit het gecarteleerde wapenschild van de voormalige gemeente Westerbork, een ontwerp van G.A. Bontekoe. De beschrijving luidt:
"Een gevierendeeld schild: I: in keel, een valk van zilver, vergezeld in de linker bovenhoek van een penning van goud; II en III: in goud drie met opgerichte kop voortkruipende slangen van sabel, geplaatst 2 en 1; IV: in keel een burcht van zilver, gevoegd en geopend van sabel. Het schild gedekt met een kroon van drie bladeren en twee paarlen en wordt gehouden door twee paarden van sabel."
De geschiedenis van het wapen:
Het eerste kwartier is een herinnering aan het aandeel dat de kapel in Westerbork jaarlijks moest betalen met de "witte valkenpacht" aan de Grote of Sint-Clemenskerk in Steenwijk.
De penning is een herinnering aan het feit dat zij vanaf 1369 in zilver mochten betalen, zonder een jachtvalk te leveren.
De twee volgende kwartieren zijn ontleend aan een legende opgetekend door de drie podagristen in Westerbork.
Een legende spreekt over een boerenknecht op vrijersvoeten die op een adder trapte en daarna door een adderleger bedreigd werd.
Een ander verhaal verteld over een jager die op een dag in het veld was, waarop het leek dat alle hazen verdwenen waren.
Uit verveling schoot hij op een molshoop, die in werkelijkheid een kluwen adders bleek te zijn. De adders gingen meteen in de aanval en verjoegen de jager.
Ook de burcht in het laatste kwartier is een herinnering aan een legende.
In Elp stond een kasteel waar ene boer Koekoek woonde, hij was bezeten van de gedachte dat de Eems met de Zuiderzee moest worden verbonden en begon alvast bij Elp te graven.
Tijdens de aanvraagprocedure van het wapen was het de wens dit kanaal te verbeelden als een blauwe streep onder de burcht. De Hoge Raad van Adel wees dat ontwerp af, omdat zij dat te druk vonden.
De paarden als schildhouders zijn een herinnering aan het Sint Steffenrijden op tweede kerstdag.
Het schild is gedekt met een gravenkroon.
In 1998 werd de gemeente opgeheven en toegevoegd aan de nieuwe gemeente Middenveld.
Er werden geen elementen van Westerbork overgenomen in het wapen van Middenveld.
Bron: www.wikipedia.org/wiki/Wapen_van_Westerbork